jij kan nu niet meer denken
in jouw hersenpan ligt
alles schots en scheef
maar als ik wegga
zeg jij te midden van de
wartaal de wonderlijk
aaneengeregen woorden:
dank-je-wel
en ik
ik repeteer
in mijn regelmaat
naar jou toe
bus trein
trein bus
mijn dank-je-wel
aan jou
Oeke Kruythof