Locus Dei *

het vroor

ik gaf de dakloze wat geld

knoopte een gesprekje aan

hij lachte vriendelijk

deed mijn sjaal goed

voor de kou

zei hij –

op weg naar huis

een flits

was dit een antwoord

op mijn vraag

de immer brandende vraag

waar o waar

ben Jij te vinden God?

te midden van de wierook

de gewaden de prelaten

of ook zomaar

verrassend

op de hoek van de straat?

Oeke Kruythof

* Plaats van God