Met de honger in zijn lijf
trapte hij door’t vlakke land
zijn fiets reed op massieve banden –
langs de eindeloze weg zocht hij
de ogen van zijn dochtertje
dat door de honger uit zijn huis
was weggezonden naar
een boer in’t polderland
waar men haar te eten gaf
zonder glimlach of een lach
en het meisje zat bij hem op schoot
en hij speelde met haar vlechten
en ze zei:
“ze zijn hier goed voor mij
heel goed voor mij”
haar hoofdje knikte dapper verticaal het ja
terwijl van binnen alles huilde om
de heimwee van het nee
waar de honger vals om lachte
als kind doorleef je soms in een moment
alle uren van je leven samen
Oeke Kruythof