En altijd weer keer ik hier terug
naar deze kathedraal met zijn zeven beuken
de pilaren en hun boeiende ritmiek
de Rubens in barokke viervoud en
de beelden kunstig gekerfd en gebeiteld
in hout en steen – en over dit alles heen
het licht door de hoge ramen vrijgegeven
en nergens zie ik stof
geen enkel spoortje van verval
alles hier blinkt mij tegen
plots welt in mij op een lofzang
op die naamloos velen
de poetsers de vegers de kosters
die dag in dag uit onafgebroken
in kerk en kathedraal al dit schoons
– vaak onopgemerkt – bewerken
want uiteindelijk zijn het niet
de commissies en hun commentaren
maar zijn ZIJ het die zodoende
de schatten der eeuwen
goed en trouw bewaren!
Oeke Kruythof