Een goed Duitser

Dag Saskia en Irene,

Hier komt mijn laatste verhaal voor jullie. In de hongerwinter, dus in de winter van 1944 op 1945, werd er soms ook wel iets geregeld voor kinderen om hun extra eten te geven, want die winter duurde ook nog eens erg lang. Ik denk, dat zoiets door de stad Utrecht georganiseerd werd. In ieder geval konden wij soms naar een gebouwtje bij ons in de wijk gaan, daar was een zaaltje met lange tafels en daar konden mijn zusje en ik bij de andere kinderen aanschuiven. We kregen daar een soort karnemelksepap, die wij helemaal niet lekker vonden, maar als je honger hebt, dan eet je alles. Tussen de tafels door liepen dan een paar leidsters, die de pap opschepten. Onze vader bracht ons daar naar toe en wachtte dan in de hal op ons tot we klaar waren.

Toen gebeurde het op een middag, dat er onverwachts een razzia in de wijk werd gehouden! Zoals ik jullie al eerder vertelde, kwamen de Duitsers dan langs de deuren om de mannen mee te nemen om te gaan werken in de Duitse fabrieken. Daar hadden ze natuurlijk weinig mannen meer over, die moesten allemaal dienst doen in het leger.

En ja, de Duitsers kwamen ook in de straat waar mijn zusje en ik zaten te eten. Op een gegeven moment kwam er een leidster naar ons toe en vertelde ons, dat er een razzia was en dat de Duitsers vader zouden oppakken. Zij nam ons mee naar de hal om afscheid van hem te nemen. Wij schrokken natuurlijk vreselijk! En ja, daar zagen wij vader staan met een Duitser. Wij begonnen natuurlijk te huilen, vreselijk te huilen, wij trokken aan zijn kleren en hielden niet op met huilen. Dat weet ik nog zo goed. Toen gebeurde er iets en dat zal ik nooit vergeten. De Duitser gaf vader zijn papieren terug (in de oorlog had iedereen een persoonsbewijs, een soort paspoort, dat je altijd bij je moest hebben) en zei tegen vader, dat hij zo snel

mogelijk met ons naar huis moest gaan. Hij zei, dat hij medelijden had met ons: hij had zelf ook kinderen thuis en hij deed op dat moment alleen dienst. Natuurlijk, als hij met nog een collega was geweest, had hij dat nooit kunnen zeggen en doen.

Zo liepen wij snel met vader terug naar huis. Onze moeder was natuurlijk ook al op de hoogte van de onverwachte razzia, dat ging als een lopend vuurtje door de wijk. En zij was er vast van overtuigd, dat vader ook opgepakt was. Toen wij voor de deur stonden en moeder opendeed, was het voor haar alsof er een wonder was gebeurd! Daar stonden wij voor haar met papa erbij! Ik zal dat moment nooit vergeten, wij waren zo blij en dankbaar.

Toen die vreselijke winter voorbij was en wij eindelijk op 5 mei bevrijd werden, was er natuurlijk grote blijdschap overal, maar ook grote haat tegen de Duitsers. Maar…daar mochten wij nooit aan meedoen, aan die haat tegen de Duitsers. Er waren ook goede Duitsers, zeiden mijn ouders altijd: die jonge jongens, die moesten wel vechten, moesten wel allemaal dienst doen in het leger, ze hadden geen andere keus. En wij hadden zo’n goede Duitser meegemaakt!

Dit is toch wel een verhaal met een goed einde, vinden jullie niet? Dit is mijn laatste verhaal voor jullie, maar ik kom morgen nog een keer bij jullie terug, maar dan met een paar gedichten, die ik geschreven heb over de oorlog en die horen eigenlijk ook nog bij mijn oorlogsherinneringen.

Tot dan en veel groeten van mevrouw Oeke

10 april 2020